Brieven van een vriend

I

Ik mis je weer vandaag, de uren gaan
te traag voorbij als jij niet bij me bent

ze zeggen dat het went, maar het went
niet - wat kan ik anders dan je brieven

op de tafel leggen en hardop herhalen
wat je schreef: dat je nu nooit meer weg

zou zijn, nooit echt - vecht door, zei je,
totdat ik kom, met elke brief ben ik meer

bij je.








II

Je schrijft dat ik weer op moet staan
het handwerk op moet pakken

dat ik jaren terug heb neergelegd
had je ook toen al niet gezegd

dat ik vertrouwen hebben moest?
goed dan, ik ga weer aan de slag

terwijl ik opsta, pakt mijn hand
je laatste brief, ik voel de warmte

van de woorden die je schrijft
ik lees de stem waarmee je

bij me blijft.








III

We zijn gelieven en hoe hoog de nood
hoe diep ook mijn verdriet, we zijn nog altijd

van elkaar, de brieven waar jouw bloed
aan kleeft verbinden ons voorgoed, het doet

ertoe hoe jij en ik hebben geleefd en hoe wij
samen waren, geen macht, geen schepsel zou

ons kunnen scheiden, ik wandel aan het eind
van de geschreven tijden weer opgewekt

naar jou.